De hemel van Heivisj

Sprookjesachtig meesterwerk

‘“Fing! Fing! Zei ik het niet! De Oorlog,” juichte ze. “De oorlog komt!”’ Het is 1939 in een Zuid-Limburgs stadje. Fings zusje Muulke kan haar geluk niet op als ze hoort dat er eindelijk iets écht spannends staat te gebeuren: bommen, soldaten en grote gevechten. Fing en Muulke vormen samen met hun zusje Jes een hechte drie-eenheid binnen een groot en arm gezin. Met hun vier broers, oma Mei en ‘de Pap’ wonen ze in Negen Open Armen, hun huis vol geheimen en geesten. ‘Negen Open Armen’ is ook de titel van het eerste, heel goed ontvangen, boek van Benny Lindelauf. ‘De hemel van Heivisj’ is het los te lezen vervolg, waarin het hechte gezin door de oorlog op zijn kop komt te staan.
 

Bij het uitbreken van de oorlog is Fing nog een naïef meisje: ‘Als je je ogen een beetje dichtknijpt, kun je zo langs een oorlog heen kijken, dacht ik.’ Al snel komt ze erachter dat het zo simpel niet is. Haar broers en de Pap, zoals vaders in Limburg worden genoemd, worden meegenomen om in Duitsland te werken. Ondertussen ontdekt Fing dat de jongen op wie ze verliefd is voor de vijand werkt en vervliegt haar droom om lerares te worden. Fing bevindt zich in het schemergebied tussen goed en kwaad en merkt dat haar keuzes niet zonder gevolgen zijn. De oorlog maakt haar volwassen en ze verliest haar magische kinderfantasie. Als ze midden in de oorlog samen met Muulke en Jes in bed ligt, beseft ze dit voor het eerst:

Ons bed was gekrompen. Ooit hadden we er met gemak ingepast. Maar dat was niet de enige verandering. We vlochten onze voeten niet meer in elkaar. En we zeiden Sjar en Nienevee geen goedenacht meer. In een wereld waar ze oude sjpenseleverkopers in elkaar sloegen, waar Judde steeds meer in het nauw gedreven werden en waar zogenaamd bevriende landen onze steden bombardeerden, was er geen plaats meer voor huisgeesten.

Hierboven merk je al dat Benny Lindelauf niet zomaar een verhaal schrijft. Hij trekt je volledig de wereld van het onvergetelijke hoofdpersonage in. Met Limburgse woorden als ‘sjpenseleverkopers’ (verkopers van naaigerei) en ‘Judde’ (Joden) brengt hij de omgeving van Fing naar je toe. Maar dat is niet het enige dat ‘De hemel van Heivisj’ zo wonderbaarlijk goed maakt. Lindelauf krijgt het met zijn schitterende vertelstijl voor elkaar om Fings leven zowel tragisch als sprookjesachtig mooi te laten zijn. Dit meesterwerk grijpt je vanaf de eerste bladzijde en laat je niet meer los, ook niet als je de laatste bladzijde hebt gelezen. Als dit boek geen prijzen gaat winnen, verdient geen enkel boek meer een prijs!