Alles is weg

Alles is weg
Titel:Alles is weg
Auteur:Anke Kranendonk
Uitgeverij:Querido, 2008
ISBN:978 90 451 0648 9
Illustraties:

Een stom ongeluk
 

Muis en Fae zijn al vanaf hun kleutertijd vrienden. Samen met Truc, Jason, Dolores en Patrique vormen ze een hechte vriendengroep. Met Muis als middelpunt en als grote gangmaker. Want waar Muis is, gebeurt iets. Hij maakt grappen, rookt wiet, duikt van hoge bruggen, verstopt zich op het dak van school en saboteert de bewaakte spoorwegovergang in het dorp. Hij is een vrolijke donder met een groot hart. Maar op een mooie onbezorgde dag verandert alles. Hij staat op een brugreling, stapt mis, verliest zijn evenwicht en valt.

‘Hij valt dieper. 
Vlak langs de betonnen pijler waar de brug op rust en die onder water breder is dan daarboven. 
Met een onhoorbare plons valt hij in het water. 
Er komen luchtbellen, tien, vijftien. 
Dan is het water weer rimpelloos, stil en zwart.’ 

Eerst wíl Fae niet geloven dat Muis dood is. Later kán ze het niet geloven. In het busje van de politie, vlak na het ongeluk, verdwijnt Fae ‘in een grote grijze zak, die zich nauw om haar heen sluit en waarbinnen niets gebeurt. Er zit een ritssluiting in de zak. Van onder tot boven zit hij dicht, zodat alles van buiten niet naar binnen kan.’ Het verdriet is te groot voor Fae. 
 

In ‘Alles is weg’ schrijft Anke Kranendonk het verhaal op van haar nichtje Lieke, die dit allemaal echt meemaakte. Daardoor is het vooral een eerlijk boek geworden, geen opgeklopt verhaal waarbij je van de ene in de andere vreselijke gebeurtenis valt. Nee, Kranendonk schrijft op wat er was en wat er is, niets meer en niets minder. ‘Alles is weg’ gaat dus over gewone mensen. Over hun verdriet, hun vriendschap en één stom ongeluk.


Je leest wat Fae denkt: ‘Wat is zij ongelooflijk stom geweest. Zij heeft alles verpest’. Ze geeft zichzelf de schuld: als zij niet zo stom was geweest, had ze Muis kunnen redden. In haar dromen is dat zó gemakkelijk, ze had alleen maar haar hand hoeven uit te steken. Ze denkt zelfs dat iedereen het haar kwalijk neemt dat zij Muis niet heeft gered. Dat is natuurlijk niet zo, en je zou Fae wel willen toeroepen dat zij er echt niets aan kon doen!

Anke en Lieke Kranendonk vertellen hoe Fae leeft met dit grote verdriet. Ze vertellen hoe Muis’ ogen haar achtervolgen, hoe haar tranen op raken en ook hoe anders haar vrienden allemaal reageren op Muis’ dood. Pas veel later durft Fae langzaamaan weer een beetje gelukkig te zijn, durft ze weer verliefd te worden en uit te gaan. Gelukkig ‘op een bodem van verdriet’ noemt Fae dat.