Iedereen krijgt klappen

Iedereen krijgt klappen
Titel:Iedereen krijgt klappen
Auteur:Khalid Boudou
Uitgeverij:Moon, 2013
ISBN:978 90 488 1560 9

Geen Happy Face

Taha zit met een berg drugsgeld op een boerderij in Frankrijk. Hoe komt hij aan dat geld? Waarom is hij niet meer in Nederland? Het eerste hoofdstuk van ‘Iedereen krijgt klappen’ maakt je nieuwsgierig. Wat is Taha’s verhaal? De rest van het boek is een terugblik op alles wat hem in deze situatie heeft gebracht.

Taha heeft zijn vader nooit gekend. Zijn moeder drinkt te veel en valt op foute mannen, ‘type hooligan’. Taha blowt, steelt en belandt in een inrichting als hij de vriend van zijn moeder met een poffertjespan bewerkt. Wanneer hij begint met boksen, heeft hij weer een doel in zijn leven. Hij gaat meedoen aan het Europese kampioenschap.

Ik probeerde me letterlijk vooruit te boksen. Het ging goed. Het ging hard, het ging geweldig. Ik zat in de juiste flow. Ik waande me Superman. Ik zag even het licht. Tot dat ongeluk. Daarna ging alles stuk. Toen wist ik: ik ben geboren om klappen te krijgen.

Als hij na het ongeluk wakker wordt, komt zijn trainer Mickey op de rand van zijn ziekenhuisbed zitten:

‘Ik zou zoveel andere dingen tegen je willen zeggen, jochie. Maar… maar dat waarvoor we zo hard aan het werk waren… Jij en ik… Dat Europese kampioenschap. Het spijt me, Taha, maar wat ik wil zeggen is… het is over. Je… je zult nooit… nooit meer kunnen boksen.’

Even zinkt Taha weg in zelfmedelijden, als zijn droom in duigen valt. Mickey laat hem een tijdlang bijkomen, maar moedigt hem daarna aan weer wat van zijn leven te maken. En dat doet Taha! Samen met Noa richt hij een antidrugsorganisatie op: Happy Face. ‘Waarom zou je niet iedereen een Happy Face kunnen bezorgen?’ is de titel van het hoofdstuk waarin Taha zijn nieuwe roeping vindt. Met Happy Face willen Taha en Noa een eind maken aan de drugshandel in de Bloemenwijk in Veelo. Deze strijd is niet zonder gevaren. De drugsdealers vechten terug. En hard. Taha geeft niet op, maar hij moet ver gaan om zich niet te laten verslaan.

Khalid Boudou weet op een humoristische toon over een heftig onderwerp te vertellen. Hij zet sterke personages neer, met hun eigen taalgebruik, gewoontes en kenmerken. Zo gebruikt Noa zeer regelmatig de woorden ‘niet normaal toch?’, wat haar herkenbaar maakt. Er zit veel vaart in het verhaal. Dat komt door de gebeurtenissen die elkaar heel snel opvolgen, maar ook door de korte zinnen en hoofdstukken. Die vaart zorgt ervoor dat ‘Iedereen krijgt klappen’ een makkelijk leesbaar boek is. Het is geschreven in de ik-vorm, net alsof Taha zijn verhaal vertelt aan een vriend. Voor even mag je zijn vriend zijn. Wil jij horen wat hij te vertellen heeft?